St Vincent & de Grenadines
16 maart
Clifton op Union Island
26
maart Tobago Cays
29
maart Impeller vervangen en lieren invetten op Bequia
31
maart Wallilabou en Cumberland bay
16 maart Union Island
(Saskia)
Gisteren hebben we nog even rondgelopen
in Ashton, een plaatsje in de buurt van de ankerplek bij Frigate island. In
een oude pilot lazen we dat het hier een rovershol is en dat je snel in of uit
moet klaren en daarna wegwezen uit Union island. Dat gaat nu niet meer op. De
mensen zijn vriendelijk en willen je graag helpen. Toch hijsen we zoals op ieder
eiland sinds Trinidad de bijboot 's avonds aan boord en als we ergens afmeren
doen we hem met een kabel op slot. Je moet het ze ook niet gemakkelijk maken.
Tussen Frigate eiland en Union eiland is een soort dijk aangebracht. Eens zou
hier een supergrote jachthaven komen maar dat is niet doorgegaan. Aan de windkant
van de dijk ligt het helemaal vol met grote schelpen. Om gek van te worden want
ze zijn zo groot en zwaar dat we ze eigenlijk niet mee kunnen nemen. (Daarbij
is het geloof ik ook nog illegaal om zulke grote schelpen mee te nemen, zelfs
al liggen er honderden) Ik kan me beheersen en neem alleen een kleinere versie
mee.
Vanochtend na het ontbijt naar
de hoofdstad gevaren 3 mijl verder. We liggen nu beschut voor de deining en
golven achter een rif. De wind giert hier weer hard om je oren. Het is ook vreemd
de branding zo dichtbij te horen. Bij het vliegveld konden we inklaren voor
St Vincent & de Grenadines. 3 formulieren invullen bij de ene man achter
een bureau, vervolgens een stempel halen in het andere hokje, en betalen. Daarna
met je papieren naar een ander kamertje waar de douane zit die ook weer een
stempel zet. Dit keer niet eens in ons paspoort helaas. Clifton is een gezellig
plaatsje met veel winkeltjes, groentestalletjes en een heel goed internetcafé.
Voor we gingen ankeren hebben we hier ook nog even water getankt, 5 eurocent
de liter. Het is een beetje bruinig vies water dus we hebben ook meteen 5liter
drinkwaterflessen gekocht. Die zijn hier wel 4 euro! Nou ja, we wisten van te
voren dat het hier duurder zou zijn.
(Wouter)
Vrijdag ochtend heb ik met de bijboot
vers brood gekocht bij de bakker naast de laadsteiger. Daar lag ook al een oude
vrachtvaarder waar je nog de oude Noorse scheepsnaam en havenstad van kon lezen.
Op alle eilanden zie je van die oude schuiten de eilanden bevoorraden. Vreemd,
want het zijn schepen gebouwd voor koude streken. Je kan niet even lekker alles
op de tocht zetten met deze hitte, want die schepen zijn gemaakt om de koude
gure wind buiten te houden.
De plaatselijke watersportman had geen peddel voor onze bijboot. Volgens mij
heeft hij heel veel van zijn spullen gevonden van na de orkaan. Bij hem kan
je ook vast voor weinig de zeilboten kopen die met heel veel schade te koop
in de baai ten anker liggen.
De was kwam net van de waslijn bij de wasvrouw, dus die konden we mee nemen:15
kg was voor 50 ESD= 17 euro.
Tijdens het zeilen naar Mayreau zagen we 2 grote schildpadden zwemmen. Ik heb
10 minuten gewacht en heb mijn camera maar weer opgeborgen.
Op de werkfok konden we bijna tot aan
Salt Whistle Bay zeilen. Wel lastig dat alles zo dicht bij elkaar ligt. Het
was vandaag maar een afstand van 2 mijl ! Dat zijn we niet gewend. Je ziet zo
veel eilanden dat je gaat twijfelen welke de juiste is.
In Salt Whistle Bay hebben we in de noordoost hoek een mooi rustig plekje gevonden
vlak voor het strand. Ongeveer 20 meter achter het strand is het strandje van
de andere kant van het eiland. We kijken dus over het eiland naar zee en zien
Tobago Keys en het volgend eiland Canouan in de verte liggen. Het is eigenlijk
een stukje schiereiland van het eiland Mayreau voor ons.
's Avonds eten we in het restaurant van het resort
dat verscholen ligt in het bos. We kletsen met de ankerburen die onder de indruk
zijn van de Schorpioen. Via de mail gaan we foto's krijgen.
Zaterdag snorkelen we bij de ingang van de baai en maken daarna een wandeling
over het steile eiland. Bij het dorpje kan je bijna bij elk huisje wel iets
toeristich kopen, vooral t-shirt en schelpen. Achter het kerkje hebben we een
prachtig zicht op Tobag Cays waar we 's middags naar toe varen.
18 t/m 28 maart op
Tobago Cays
(Wouter) Tobaco Cays bestaat uit een paar onbewoonde eilanden met een hoefijzervormig rif er omheen. Dat rif is zo ondiep dat de golven van de oceaan er op kapot slaan. Zo liggen we met uitzicht op de oceaan toch redelijk stil met de boot in de oceaan. Het enige dat niet stopt is de wind. Die blijft gewoon door waaien met een windkracht tussen 3 en 5 Bft. Het is de plaats in het Caribisch gebied om te snorkelen en te duiken. De zandbodem is spierwit en de zon kleurt het water zwembad groen. We liggen dan ook niet als enige hier. Ik telde 58 jachten die hier ten anker liggen.
Ook de vissers spelen hier handig op in door vis, diesel, water, groenten, brood
en nog meer waar vraag naar is aan te bieden. Bij deze service hoort een prijskaartje.
Een brood bv kost op Union Island 4 ESD en hier 12 ESD= 4 Euro. De vissersboten
zien er in deze regio ook meer als speedboten uit dan als stoere werkboten.
Opvallend is wel dat ze het meest handel drijven met huurjachten. Saskia heeft
daarom voor het eerst aanboord na 8 maanden een brood gebakken.
Met de bijboot varen we tot vlak bij het koraal en binden het vast aan een lijn
die aan de bodem vast zit. Op sommige plaatsen zijn meerboeitjes geplaatst zodat
men met het anker niet het koraal beschadigd. Wij vonden een lijn op de bodem
waar eens een boeitje aan heeft gezeten. Daar laten we ons in het water vallen
met duikbril en zwemvliezen. Onder water is het net een groot aquarium.
Prachtig gekleurde visjes en koraal. Het water is glas helder, je kan meters
ver kijken over de spier witte bodem. Het is gewoon niet voor te stellen hoe
dit heeft kunnen ontstaan. Helaas zie je veel schade aan het koraal veroorzaakt
door de laatste orkaan van eind 2004. Op sommige plekken is veel koraal ingestort
en je ziet dat het zich hersteld met frisse kleuren van nieuw leven.
Vrijdag 24 maart
(Wouter)
We krijgen blaren van het snorkelen.
Op mijn beide middeltenen is de huid nu kaal geschuurd door mijn zwemvliezen.
Pleisters versterkt met Ducktape heeft niet geholpen. Saskia heeft zelfs gaten
in mijn zwemvliezen rond de wonden gemaakt. Mijn zwemvliezen heb ik meer dan
10 jaar geleden gekocht op de rommelmarkt in Rozenburg tijdens Koninginnedag.
De voetzolen zijn nu bij beiden uitgescheurd. Ze zijn nu echt versleten. Ook
Saskia begint nu blaren te krijgen. Uit voorzorg heeft zij nu ook gaten gemaakt
rond haar middelste tenen.
We moeten goed rekening houden met het tij, anders spoelen we zo het rif uit
uit naar open zee, want het is erg pittig snorkelen tegen de stroom in. Van
de Gaia kregen we de tijden van doodtij.
Wat mij verbaasde is dat hoe vaker we in het water liggen hoe eerder wij het
koud krijgen, terwijl het water 25 tot 27 graden warm is. Soms zaten we bibberend
in de bijboot op te warmen in de zon met een sultana.
Omdat Martijn van de Rotop alleen maar zijn kano heeft, hebben we hem vandaag
mee genomen naar onze favoriete snorkel plekjes: de dingy passage, ons eerste
snorkel plekje en ten noorden van het eiland Petit Rameau.
(Saskia) Iedere dag maak ik ongeveer 100 foto's. Daar zijn er dan ongeveer 5 wel mooi van. Vandaag snorkelden we een rondje om het eiland ten zuiden van ons. Weinig interessants te zien dus ik probeerde een foto te maken van een 'gewoon' visje. Zie ik aanboord net op de computer bij het bekijken van de foto's dat op die zelfde foto ook een octopus staat. Goeie schutkleur want tijdens het fotograferen had ik hem niet eens gezien.
We klagen wel wat over onze blaren van de zwemvliezen maar het is hier echt ongelofelijk mooi ! We zijn hier nu een week en hebben nog steeds het gevoel helemaal op vakantie te zijn. De verschillende tinten blauw van het water, het wit van de strandjes en de ansichtkaartpalmbomen op die strandjes. Echt genieten!
Tijdens het snorkelen zie ik een vis die van kleur verandert als hij van het koraal naar het witte zand zwemt. Vervolgens verandert hij weer als ik te dicht in zijn buurt kom. Dan worden de blauwe vlekken op zijn lichaam fel gekleurd. Een bizarre vis. Ik zoek hem op in een geleend boekje en het blijkt een lettervijlvis te zijn. Later zie ik er nog een aantal. Soms gaan ze zwemmen als een platvis om niet op te vallen.
Verder zijn de koffervisjes ook
zo leuk. Het zijn wat dikkere visjes die nogal onbeholpen rondzwemmen met hun
kleine zwemvliesjes. Dat geeft een grappig effect.
Het landschap onderwater is ook mooi om te zien. We hebben veel verschillende koralen gezien.
Gisteren zijn er nog meer Nederlandse boten gekomen. We liggen nu weer bijna met dezelfde groep als in Trinidad. We hoorden ook dat je om 9 uur 's ochtends moest snorkelen bij het strandje omdat daar dan de schildpadden gaan eten. In de hele week dat we hier liggen had ik nog geen schildpad gezien dus vanochtend om kwart voor negen lagen we alweer in het water. Wat een beesten! Heel rustig grazen ze de bodem af en af en toe zwemmen ze naar boven om even adem te halen. Als je zelf ook rustig zwemt storen ze zich niet aan je.
's Middags hebben we Rene en Helga van de Vagebond ook nog even alle leuke snorkelplekjes laten zien. Je mag met je bijboot niet bij het rif ankeren. Om dat te voorkomen hebben ze hier eens overal boeitjes geplaatst waar je je bijboot aan vast kunt maken. Alleen de meeste van de boeitjes zijn verdwenen. Dan ligt er dus alleen nog een betonblok met touw op de bodem. Wij weten ongeveer waar een aantal van die touwen liggen maar toch is het altijd weer zoeken. Tijdens het zoeken naar zo'n touw op de bodem ziet Helga een haai. Ongeveer zo groot als de bijboot volgens haar. Ik ben ondertussen al het water in gegaan maar zwem al een stuk verderop en zie hem helaas niet. Ik zie wel een grote pijlstaartrog. Omdat ik op zoek ben naar het touw heb ik helaas geen camera bij me. Gelukkig zie ik hem tijdens het snorkelen weer en kan ik een mooie foto maken. De haai zien we niet meer.
Eind van de middag verzamelen we op het strandje voor de 'zonsondergangborrel'. Iedere boot heeft een eigen mix gemaakt. Zo kan je een Pelikaantje proeven of een Vagebondje en natuurlijk ook een Schorpioentje. (Tang, water en Amaretto) Als de zon al lang onder is gaan we terug naar de boten.
Zondagochtend ga ik toch nog een keer snorkelen. Wouter heeft er echt geen zin meer in. Behalve schildpadden zijn er nu ook Sepiaatjes in alle maten. Vooral de hele kleine zijn schattig. Ook een hele merkwaardige vis met een soort vleugels zie ik. Ik heb geen idee wat het is.
(Wouter)
Zondag zijn we 's middags vertrokken
van Tobago Cays, nadat we eerst een rondje dag hebben gedaan met de bijboot
langs alle Nederlandse boten. Na 2 uur zeilen op de werkfok kwamen we aan op
het volgende eiland Canouan. Bij een luxe hotel hebben we de site ge- updated
en ons vuil achter gelaten in het vuilhok.
Tijdens het wandelen werden we aangesproken dat we de voetbalwedstrijd Canouan
tegen Dominica moesten zien, want iedereen was aan het kijken. Het was leuk
om te zien. Veel publiek zat op de muren van het voetbalveld van de plaatselijke
school. Bij de school stond een grote geluidsinstallatie gereed voor de pauze.
Omdat Canouan al vrij snel voor stond en de keeper van Canouan een mooie redding
had uitgevoerd was de dj al aardig op dreef met commentaar geven. Hij was zo
grappig dat iedereen zijn gelach kon horen over de luidsprekers.
Naast het hotel hebben we op het terras met uitzicht op Charlestown Bay heerlijke
en grote pizza's gegeten.
We vreesden een onrustige nacht want de wind kwam soms krachtig uit de meest
vreemde richtingen. Dan waren er harde rukken aan de ankerketting en soms schuurde
die langs de waterstag. Maar gedurende de nacht was het heerlijk rustig.
Het wordt hier al rond 6 in de morgen
licht. We waren beiden al om 7 uur wakker en om 08:15 uur zeilden we baai uit
richting Bequia. Het was wel een beetje een natte overtocht want er stond een
pittig windje met korte golven.
(Saskia)
En wij maar denken dat
we een onderhoudsvrije motor hadden. Als we de baai van Bequia (zeg: bekwee)
invaren moeten we laveren tegen de wind in. Na een tijdje zijn we het zat en
starten we de motor. Even later gaat er een alarmpiep door merg en been. Ik
neem snel gas terug en zet hem in zijn vrij en kijk in het motorluik. Het lampje
van de olie brand. Wouter kijkt in de motor maar ziet zo niets. Ik kijk of ik
koelwater naar buiten zie komen maar er is niets te zien. We varen nog op 30
meter diep water dus ik stuur naar de kant en zodra we in 14 meter diep water
zijn gooit Wouter het anker uit en doe ik de motor uit.
Na wat onderzoek blijkt dat het koelwater niet wordt aangezogen dus het zal
de impeller zijn. We maken het huisje open en inderdaad de impeller mist 3 schoepjes.
Twee zitten er nog tussen gewrongen maar de derde is verdwenen. Misschien in
de koeler geschoten? We gaan op zoek naar de reserve impeller die ik speciaal
voor vertrek nog in Rotterdam bij de Lister dealer heb gehaald. Hij ziet er
wel erg groot uit in vergelijking met de oude en hij past ook niet! Ik vroeg
toen nog aan die man of hij zeker wist of het de goede was, maar dat wist hij
zeker. Je zal toch midden op de oceaan zitten met je niet passende impeller!
Voor niks 150 liter diesel meegenomen.
We proberen op de marifoon of Martijn misschien in de buurt is. Die weet veel
van motoren en kan misschien ook vertellen of het kwaad kan als een schoepje
van de impeller is doorgeschoten. Gelukkig is hij in de buurt en hij zeilt meteen
door naar de baai waar wij liggen. Het blijkt allemaal mee te vallen. Het schoepje
zit na controle ook niet in de koeling dus geen gevaar. Martijn legt nog wel
uit dat zo'n impeller eigenlijk wel om de twee jaar vervangen moet worden. Die
van ons zat er al 11 jaar in.......
De volgende dag
gaan we op zoek naar een de juiste impeller. Bij de vierde winkel is het raak
en we kopen er voor de zekerheid meteen twee. Martijn helpt ook nog bij het
plaatsen zodat we dat ook voor altijd weten.
Vervolgens neemt Wouter hem mee naar de ankerlier waar speling op zit sinds
we het nieuwe onderdeel erop hebben gezet. Hij bekijkt het allemaal eens en
vraagt of er geen extra plastic busje tussen zat. We halen het oude onderdeel
erbij en daar blijkt inderdaad nog een busje in te zitten. Na veel gepeuter
krijgen we hem eruit plaatsen hem in de lier die meteen ingevet wordt waarna
hij weer draait als een zonnetje.
Maar we zijn nog niet klaar met Martijn. Hij draait aan de lier bij de mast
en vind dat daar toch ook vet in moet. We hebben die lieren nog nooit open gehad
en dat blijkt. Totaal verdroogd en met wat mos ertussen. Vrij dramatisch maar
met vet is alles op te lossen. Zo pakken we alle lieren meteen maar aan en eind
van de middag draaien alle lieren weer zonder piepen.
(Wouter)
Tijdens het klussen komt ook de waterboot
langszij en tanken we 206 liter drinkwater voor 32 ECD= 10 Euro. Dit water smaakt
in ieder geval beter dan het water van Union, dat had een plastictank smaak.
Saskia drinkt nog steeds uit koop flessen.
We zijn alle 3 ook uitgenodigd bij de Long White Cloud. Die gaan ook mee doen
aan de Antigua Classic Yacht Regatta. Gezellig praten we bij hun in de kuip
over Nieuw Zeeland waar zij vandaan komen en krijgen een rondleiding. Jemig,
wij hebben veel geklust maar dat valt in het niets bij wat zij hebben klaar
gespeeld. Hun boot hebben ze vanaf het begin tot het eind zelf gebouwd in een
loods in hun achtertuin. Dat komt ook voor een groot deel doordat zij wel erg
streven naar perfectie. Het is een en al glimmen met eng doordachte constructies.
Je durft je bijna niet te bewegen, bang een krasje of vlekje te maken. Verbaast
en vol indrukken varen we terug naar onze eigen pracht boten.
De volgende morgen probeer ik of er wifi ontvangst is, joepie! Terwijl Saskia
zich stort op het koperwerk surf ik de wereld rond. Martijn kan ook zijn mail
verwerken.
's Middags maken we een wandeling door Port Elizabeth.
Ondanks dat het erg toeristisch is heeft het toch een ontspannen sfeertje.
31 maart, Wallilabou en Cumberland bay
(Wouter)
We hebben ons wifi abonnement van 10
USD voor 1 dag goed besteed. Woensdag gingen we pas na 01:30 uur slapen en 's
ochtends waren we al weer vroeg online. We merkten toen dat stiekem de zomertijd
was in gegaan en is het nu 6 uur later in Nederland. Tijdens het Skypen waren
veel mensen niet thuis. We hebben toch nog heel lang met Judith gesproken. Later
nog even gesproken met onze moeders. Na gedag te hebben gezegd tegen Martijn
zijn we om 11:00 uur naar St. Vincent vertrokken.
Tussen de eilanden stond een pittige wind. Met de werkfok en een gereefde bezaan
was het goed te zeilen. De bijboot hadden we op het kajuitdak gehesen.
In de luwte van St. Vincent voeren we om 15:00 uur Wallilabou binnen. Buiten
werden we al opgewacht door bootboys die zich aanboden om onze achterlijn vast
te maken aan een boom. De baai is erg diep, te diep om er te ankeren en vanwege
de steile bodem. Je gooit je anker uit op ongeveer 10 meter diepte en vaart
dan achteruit naar de kant. Een bootboy maakt dan een lange lijn vast aan een
boom. Met 3 meter onder de kiel lagen we strak aan het anker en aan de achterlijn.
Zo lagen we met de neus in de richting van de zwakke deining die de baai nog
in kwam.
De knoop op de kant hebben we zelf veranderd in een paalsteek, dat gaf een prettiger
gevoel. De achterlijn laten vast knopen kost je 10 ECD= 3 Euro. Daarna kwamen
alle bootboys een voor een langs hun diensten aan te bieden. Je moet wel veel
geduld hebben niet geirriteerd te worden. Deze bootboys waren wel heel erg kleverig
en opdringerig.
's Avonds lekker creoolse curry kip gegeten in het restaurant naast de decors
van de film Pirates of the Caribbean. Het is echt een filmdecor. De steiger
lijkt van een afstand gemaakt van grote stenen. Als je dichtbij kijkt zie je
dat het beton is waarop nepstenen zijn gestuct. Wel mooi gedaan.
De douane en de immigratiedienst
hebben een kantoortje in een decorgebouw en de steiger wordt nu gebruikt door
de vissers.
In het dal hebben we de volgende dag na een warme wandeling naar boven heerlijk
koel een bad genomen onder een waterval. Heerlijk weer eens in fris zoet water
te poedelen. De visjes zijn tamelijk aggressief, ze begonnen meteen aan je te
happen. Veel bewegen hielp.
Onderweg zagen we oude machines weg roesten in het hoge gras, waarschijnlijk
een oude waterkrachtcentrale. Vrouwen waren kleding aan het wassen in het riviertje
en de was werd gedroogd op het gras aan de overkant. Helaas geen foto's daar
van kunnen maken. Om 15:OO uur heeft Saskia zelf onze achterlijn los gemaakt
en zijn we naar de volgende baai gevaren.
De volgende baai is Cumberland
bay, 1 mijl noordelijker. Ook daar meren we met de kont naar het strand. Natuurlijk
komen alle bootboys langs. Saskia koopt voor de eerste keer fruit. Volgens de
verkoper heeft hij ze net van de markt gehaald maar als we later gaan wandelen
zien we een tuin waar een grapefruitboom en een citroenboom staan, precies het
fruit wat hij verkocht. Gestolen dus.
De bootboys vragen overal het zelfde: wil je drugs, fruit, water, ijs, bier,
heb je hulp nodig, ben je happy, ik heb dorst, mag ik een sigaret,..... Pech
voor ze, we roken niet, houden niet van bier, zijn nog steeds happy en hebben
niets nodig.
In de middag maken we een wandeling het dal in. Een groot deel van de rivier
wordt gebruikt door een waterkracht centrale. Ik loop de centrale in en hoop
een wat vreemde man kwijt te raken die met ons is gaan mee lopen. We denken
dat hij eens geld zal vragen. Ongevraagd begon hij over kruiden en planten te
vertellen. Na een rondleiding in de centrale loopt de man weer met ons mee.
Later blijkt het een varkensboer te zijn en trots laat hij zijn varkens met
veel biggetjes aan ons zien. Maken die bootboys ons te argwanend?
Tijdens het wandelen moet je goed aan de kant gaan als er verkeer aan komt,
want vooral de taxibusjes rijden snoeihard langs je. Gelukkig hoor je ze al
ruim van te voren luid toeterend voor elke bocht.
(Saskia) Ik wordt helemaal aggressief van die bootboys en ga snel zwemmen als we aangemeerd zijn. Ik snap best dat je ergens je geld mee moet verdienen. Maar als je voor de 10e keer nee, dank je zegt is het soms nog niet duidelijk voor ze. Wouter blijft erg geduldig met ze en maakt zelfs een praatje.